De politierechter veroordeelt een 18-jarige man uit Lent tot voorwaardelijke celstraf van twee weken en een taakstraf van 90 uur voor openlijk geweld rondom de voetbalwedstrijd
NEC-Vitesse in
Nijmegen.
Daarnaast spreekt de politierechter een 23-jarige man uit Nijmegen vrij van openlijk geweld, omdat het dossier volgens de politierechter te weinig bewijs bevat om tot een bewezenverklaring te komen. De zaken van vier andere mannen worden op een later moment hervat, onder meer vanwege mogelijke coronabesmettingen.
Op 17 oktober 2021 liep het tijdens en na de voetbalwedstrijd NEC-Vitesse in Nijmegen uit de hand. In en rondom stadion De Goffert maakte een grote groep personen zich schuldig aan openlijk geweld. Dit geweld was vooral gericht tegen politie. Tijdens een zogeheten themazitting moesten 6 mannen zich hiervoor verantwoorden bij de politierechter.
Openlijk geweld in vereniging
In vrijwel alle zaken moesten de mannen zich verantwoorden voor het gezamenlijk plegen van openlijk geweld. Hiervan is sprake als het geweld is gepleegd door en vanuit een groep. Niet vereist is dat een verdachte zelf ook geweld gebruikt. Een verdachte moet wel een wezenlijke bijdrage leveren aan het geweld en niet alleen getalsmatig aansluiten (of 'erbij zijn'). De politierechter moest per zaak op basis van het aangeleverde dossier oordelen of de mannen een rol hadden bij de rellen en welke dat is geweest. Daarnaast moet de politierechter letten op het aandeel van elke verdachte bij dat geweld.
De politierechter heeft aandacht gevraagd voor de gevolgen van de rellen na de wedstrijd. De relschoppers richten schade aan en laten een ander ermee zitten. Veel relschoppers zijn kale kippen bij wie weinig valt te halen. De relschoppers verstoren de orde en veiligheid op straat en brengen andere mensen in gevaar. Ze tasten het gezag van de politie aan en verknoeien kostbare politietijd verknoeit. Bovendien bezorgen de relschoppers de voetbalsport een slechte naam.
Taakstraf en celstraf als waarschuwing
Een 18-jarige man uit Lent moest zich verantwoorden voor het hinderen van een politiebusje. De officier van justitie eiste een celstraf van 4 maanden. De advocaat was het hier totaal niet mee eens en ging voor vrijspraak. De politierechter oordeelt dat de man zich wel schuldig heeft gemaakt aan openlijk geweld. De man zocht de groep waarin anderen met stokken en stenen naar de politie gooiden, bewust op. Het dossier bevat volgens de politierechter voldoende bewijs dat de man het politiebusje meerdere keren hinderde, dat hij daarbij opruiende gebaren maakte en schreeuwde. Dit is gezien door de politie ter plekke en na het bekijken van camerabeelden. De politierechter oordeelt dat hij dus een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het openlijk geweld van die groep. In het voordeel van de man weegt de politierechter mee dat het dossier voor de rest flinterdun is en niet veel meer informatie bevatte over welk geweld deze groep verder nog heeft gepleegd. Ook is deze verdachte jong en had hij geen strafblad. Daarom legt de rechter een voorwaardelijke gevangenisstraf op van 2 weken en daarbij een taakstraf van 90 uur. De voorwaardelijke straf geldt als stok achter de deur om herhaling in de toekomst te voorkomen en als signaal naar de samenleving.
Dun dossier
Een 23-jarige man uit Nijmegen zou meerdere keren met een stok in de richting van een politiebus hebben gegooid. Ook zou de man provocerende gebaren naar politieagenten hebben gemaakt. De man zelf ontkent dit. Volgens de officier van justitie moet er hard opgetreden worden tegen politiegeweld. Hij eiste daarom een gevangenisstraf van 6 maanden. Volgens de advocaat van de man was er geen bewijs dat de Nijmegenaar bij dit openlijk geweld betrokken was. De politierechter gaat hierin mee en spreekt van een dun dossier. Zo bevat het dossier geen beelden of stills van de handelingen. Daarnaast zat er enige tijd tussen waarneming van het gooien van de stokken naar de politiebus en de aanhouding van de man. Tenslotte komt het signalement van de man zoals de politieagent in het proces-verbaal heeft beschreven niet helemaal overeen met de Nijmegenaar. De politierechter oordeelt dat er daarom onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is om tot een bewezenverklaring te komen. De rechter spreekt de man dan ook vrij.
Geen dossier
De zaak van een 47-jarige man uit Wijchen is niet inhoudelijk behandeld. Dit komt omdat de dagvaarding laat aan de man was toegestuurd en de ingeschakelde advocaat nog niet in het bezit was van het dossier en zich dus niet goed op de zaak kon voorbereiden. De zaak wordt op een later moment hervat.
Opstellen reclasseringsrapport
De zaak van een 20-jarige man uit Rhenen is op zitting aangehouden. De man zou politieagenten hebben aangevallen, bedreigende teksten naar de politie hebben geroepen en met stokken hebben gegooid. Ook zou hij tegen een politiebus hebben aangetrapt. De politierechter houdt de zaak op verzoek van de advocaat en met instemming van de officier van justitie aan, omdat er een reclasseringsrapport moet komen om een goed beeld te krijgen van de man en de vraag of adolescentenstrafrecht moet worden toegepast. De zaak wordt op een later moment hervat.
Persoonlijke omstandigheden
De zaken van een 20-jarige man uit Veenendaal en een 32-jarige man uit Groesbeek zijn niet behandeld vanwege persoonlijke corona-gerelateerde omstandigheden. Ook deze zaken vinden op een later moment plaats.
Schadevergoeding gemeente en politie
De gemeente vorderde in de 6 zaken schadevergoeding van ongeveer 5.800 euro. De politie vorderde in 4 zaken vergoeding van schade aan politieauto's van ongeveer 50 duizend euro.
De gemeente en de politie zijn in de zaak waarin vrijspraak is gevolgd, niet-ontvankelijk verklaard in de vordering. In de zaak van de 18-jarige Lentenaar is de gemeente niet-ontvankelijk verklaard omdat de kwestie van groepsaansprakelijkheid in die zaak niet geschikt is voor een strafzaak. De gemeente kan die vordering indienen bij de civiele rechter.
Eerdere veroordelingen
De politierechter
veroordeelde tijdens een snelrechtzitting op 2 november 2021 al eerder 4 mannen tot cel- en taakstraffen voor hun aandeel in de rellen.