Nederland weet niet hoeveel huisdieren er precies zijn

17 okt , 20:36 Nieuws
HVHL-hond-studenten
HVHL

Nederland weet niet precies hoeveel honden, katten en konijnen er zijn, waar ze vandaan komen of hoe hun levensloop is.

Dat concludeert het rapport Feiten en Cijfers Gezelschapsdieren, een onderzoek door Hogeschool Van Hall Larenstein (HVHL), Aeres Hogeschool Dronten en HAS green academy, in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN).

Brede steun voor landelijke monitoring

Het rapport laat zien dat er brede steun bestaat voor een landelijke monitoring, maar dat op dit moment de gegevens over gezelschapsdieren versnipperd zijn over tientallen organisaties, waardoor een compleet en actueel beeld ontbreekt. Nauwkeurige cijfers helpen om bepaalde signalen te toetsen, bijvoorbeeld als er signalen zijn dat er meer dieren naar asielen worden gebracht in de zomer.

Het ontbreken van een landelijk overzicht was voor LVVN de aanleiding om de drie hogescholen te vragen te verkennen wat de wensen en haalbaarheid zouden zijn van een nationaal monitoringssysteem. Uit gesprekken met overheden, brancheorganisaties, opvangcentra en kennisinstellingen blijkt dat de behoefte aan betrouwbare data groot is, onder andere voor beleid, toezicht en dierenwelzijn.

Draagvlak voor overkoepelend systeem

De onderzoekers concluderen dat er draagvlak is voor een overkoepelend systeem. De grootste uitdagingen liggen in samenwerking, vertrouwen, de kwaliteit van de data, privacywetgeving en kosten. “Vertrouwen tussen partijen is cruciaal,” zegt onderzoeksleider en associate lector Dier en Omgeving Marko Ruis van HVHL. “De techniek is er, maar het vraagt durf om databronnen verantwoord te verbinden. Tevens is er nog echt meer onderzoek nodig om de uitdagingen beter in beeld te krijgen.”

Van versnippering naar samenwerking

Volgens het onderzoek bestaan er in Nederland al vele deelregistraties, van chipregistraties tot asieldata en veterinaire databases, maar ontbreekt een structuur die deze gegevens samenbrengt. Een nationale huisdierenmonitor zou deze bronnen kunnen koppelen en zo inzicht bieden in aantallen, dierstromen en welzijnsaspecten.

Advies

De onderzoekers adviseren om te starten met honden en katten, en de monitoring later uit te breiden naar andere diersoorten. Ook pleiten zij voor een onafhankelijke beheerorganisatie, die kwaliteit en privacy borgt en op termijn een publiek dashboard kan ontwikkelen. Wel is het belangrijk om eerst een gedetailleerde analyse per stakeholder te doen, om onder andere de kwaliteit van de data, de systeemeisen, de knelpunten en mogelijkheden beter te begrijpen. Daarnaast wordt het koppelen van data van commerciële partijen met niet-commerciële partijen niet als kansrijk gezien.

Brede steun, maar vervolgstap vergt nader onderzoek

Stakeholders zien de meerwaarde van één betrouwbaar systeem voor beleid, toezicht en bewustwording. Het ministerie erkent die waarde, maar gezien de verwachte hoge kosten en het niet makkelijk kunnen koppelen van data van commerciële en niet-commerciële partijen wordt geen vervolgonderzoek opgestart, omdat op korte termijn de verwachte resultaten niet direct bijdragen aan de beleidsdoelen.

“De wens blijft,” aldus Ruis. “Want hoe mooi is het als we met een samenwerking van verschillende partijen kunnen bouwen aan een betrouwbaar beeld van onze gezelschapsdieren?”

Lees ook dit.