Nijmegenaar (19) schuldig aan openlijk geweld: taakstraf van 120 uur

22 mrt , 11:13 Nieuws
rechtbanklocate arnhem voorjaar 2023 eusebius
Rechtbank

NIJMEGEN – De rechtbank Gelderland heeft een 19-jarige man uit Nijmegen veroordeeld tot een taakstraf van 120 uur, waarvan 40 uur voorwaardelijk, wegens openlijke geweldpleging. De man gebruikte samen met zijn zus geweld tegen twee mannen tijdens een incident op 10 december 2023 in Nijmegen.

Volgens de rechtbank is bewezen dat de Nijmegenaar samen met zijn zus de twee slachtoffers met kracht heeft geduwd, geslagen en geschopt. Dat blijkt onder meer uit camerabeelden, verklaringen van zijn zus én uit zijn eigen verklaring tijdens de zitting. De man gaf daar toe dat hij de slachtoffers had geschopt en geslagen.

Vrijspraak voor andere geweldsfeiten

De rechtbank sprak de man vrij van openlijk geweld in samenwerking met een andere verdachte. Uit het dossier blijkt namelijk niet dat er sprake was van samenwerking tussen hen. Ook werd hij vrijgesproken van het gebruik van een mes en het plegen van geweld tegen een andere man.

Beroep op noodweer verworpen

De advocaat van de man beriep zich op noodweer en noodweerexces, maar de rechtbank wees deze verweren af. Uit het onderzoek blijkt dat de man bij aankomst direct de confrontatie opzocht. Er was op dat moment geen sprake van een aanval op hem of zijn zus, aldus de rechtbank.

Volwassenenstrafrecht toegepast

Hoewel de reclassering geen duidelijk advies gaf over het toepassen van jeugd- of volwassenenstrafrecht, koos de rechtbank voor het volwassenenstrafrecht. Vanwege de jonge leeftijd van de verdachte legde ze wel een deels voorwaardelijke taakstraf op. Dit deel van de straf geldt als een waarschuwing. De proeftijd voor het voorwaardelijke deel bedraagt drie jaar.

Geen schadevergoeding toegekend

De rechtbank oordeelde dat de man geen schadevergoeding hoeft te betalen aan de slachtoffers. Dit omdat hij deels is vrijgesproken en geen betrokkenheid had bij het overlijden van een van de mannen. Daarnaast werd een andere vordering afgewezen omdat het slachtoffer volgens de rechtbank een eigen aandeel had in de vechtpartij. Beide groepen gingen bewust de confrontatie aan en namen het risico om gewond te raken.